Social return is een aanpak om meer werkgelegenheid te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Inkopers van overheden kunnen, bij het verstrekken van opdrachten, de opdrachtnemer stimuleren of verplichten om kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt te betrekken bij de uitvoering van de opdracht. Het is bovendien een goed instrument voor werkgevers die ‘gewoon’ sociaal willen ondernemen.
Per 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. De wet is er om zoveel mogelijk mensen met of zonder arbeidsbeperking werk te laten vinden. De gemeenten zijn daarbij verantwoordelijk gesteld als mensen met een arbeidsbeperking ondersteuning nodig hebben. De bedoeling is dat deze doelgroep in grotere mate terecht kan bij reguliere werkgevers. Social return in het kader van aanbestedingen van overheidsopdrachten houdt meestal in dat een percentage mensen met afstand tot de arbeidsmarkt door ondernemers in dienst worden genomen.
Op het eerste gezicht lijken beide hetzelfde doel na te streven, dus rijst de vraag of social return overbodig is door invoering van de Participatiewet?
Participatiewet, sociaal akkoord en quotumwet
Voor iedereen die kan werken maar (nog) niet in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen, is er per januari 2015 één regeling. Deze regeling vervangt de 3 regelingen: Wet Werk en Bijstand, Wet sociale werkvoorziening en Wajong. Globaal werkt de participatiewet zo dat de ontbrekende arbeidscapaciteit of loonwaarde van de betreffende werknemer door de gemeente wordt aangevuld. Dat zou de drempel om deze mensen in dienst te nemen moeten slechten.
In het sociaal akkoord hebben werkgeversorganisaties, vakbonden en kabinet afgesproken om tot 2026 geleidelijk in totaal 125.000 extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking (ten opzichte van de peildatum 1 januari 2013). Het gaat om 100.000 extra banen in de marktsector die in 2026 gerealiseerd moeten zijn en 25.000 bij de overheid die in 2024 gerealiseerd moeten zijn.
Wanneer het doel niet bereikt wordt, treedt de quotumwet in werking. Dit houdt in dat bedrijven met meer dan 25 medewerkers een boete opgelegd krijgen als minder dan 5% van hun personeelsbestand uit arbeidsbeperkten bestaat. Bovendien heeft de 5%-norm voor bedrijven met meer dan 25 werknemers betrekking op het aantal fte’s en niet op het aantal medewerkers.
De VNG (vereniging van Nederlandse gemeenten) heeft hierover een handleiding voor gemeenten geschreven. Op socialreturningelderland.nl vindt u meer Social Return opdrachtgevers in Gelderland.