Gepubliceerd op 26-06-2018

Op initiatief van werkgeverscollectief Inclusief Werkgeven Midden-Gelderland en stichting Inclusief Midden-Gelderland kwamen woensdag 20 juni jl. werkgevers bij elkaar om met elkaar kennis te delen en ervaringen uit te wisselen over het vergroten van de kansen op werk voor mensen met een arbeidsbeperking: “Als ze voelen dat ze er mogen zijn, gebeuren heel leuke dingen.”

Wat is eigenlijk een ‘arbeidsbeperking’? Duidelijk werd dat dit een breed begrip is, iedereen verdient immers een kans. Diversiteit in talent dus binnen bedrijven. Dat kwam ook mooi naar voren in de twee workshops waarin zowel werkgever als werknemers aan het woord kwamen over de kansen die werden gecreëerd. Eerst gaf de HAN de essentie aan van goede begeleiding: “Het gaat om talent ontdekken en ontwikkelen, de ruimte geven en zo samen gaan ontdekken wat je kunt.” Twee talentvolle medewerkers met een arbeidsbeperking zijn werkzaam bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en deelden hun ervaringen: “Ga uit van de mogelijkheden van mijn beperking, maar niet vanuit het mantra ‘alles is inclusief’.” en “Ik word gewaardeerd om mijn talent en niet beoordeeld op het labeltje wat eraan hangt.”

In de tweede workshop vertelde Radboud UMC hoe zij vormgeven aan inclusief werkgeverschap: “Niet de functieomschrijving is het uitgangspunt maar de medewerker zelf en zijn talenten. Je kijkt veel meer naar waar de behoefte ligt.” Er ontstond een mooie uitwisseling op basis van de matrix die in vellen op de grond werd gelegd. Op strategisch, tactisch en operationeel niveau werd toegelicht hoe inclusiviteit op de werkvloer geborgd kan worden. Dat begint bij een duidelijke visie en commitment vanuit bestuurders en directie. Door de deelnemers uit te nodigen om de schoenen uit te trekken voelden de deelnemers de kwetsbaarheid om zich in dit geval letterlijk bloot te geven: “Een open communicatie is een belangrijke voorwaarde, zeg waar je beperkingen liggen en wat je nodig hebt.”

Het gaat om draagvlak creëren, vooroordelen wegnemen en bedenken hoe je het gaat organiseren. Werkgevers waren ook unaniem over de intentie om inclusief te ondernemen: “Je moet het niet doen om je quotum te halen, je moet het doen omdat het veel voldoening geeft!” Je doet het niet alleen voor de werkgever en de werknemer, maar ook voor de positieve impact die het heeft op het hele bedrijf: “Het is de druppel olie in het machientje waardoor het allemaal wat lekkerder loopt.”

Op de afsluitende vraag wat de deelnemers aan inzichten hebben opgedaan, waren de antwoorden uiteenlopend: “We vonden het eigenlijk niet gepast om over onze inclusieve initiatieven te vertellen. Maar we hebben nu gezien dat je dat juist wel moet doen. Erover vertellen en klanten enthousiast maken. Dat gaat goed samen!” Een werkgever voegde daaraan toe: “Laten we eerlijk zijn, het lukt niet altijd. Je kunt als werkgever wel graag willen, maar de werknemer heeft daarin ook een verantwoordelijkheid. Je mag best eisen stellen, dan voelt de werknemer zich ook serieus genomen.”

“Het gaat niet om de vinken, maar om de vonken. Dit was een groep die barst van de bezieling, de belofte doet en het bewijs van inclusief werkgeverschap levert. Dat is iets om te delen met elkaar!” En met deze rake analyse werd een inspirerende middag afgesloten.