Terugkijkend op de prestaties van de afgelopen jaren, vindt Marcel Hielkema dat het best goed gaat met de Banenafspraak. “Ik zie toch wel heel veel enthousiasme bij bedrijven”, zegt hij. Hielkema onderscheidt drie typen werkgevers. “Je hebt de bedrijven die ‘het’ allang doen en geen Banenafspraak nodig hebben. Dat zijn de ambassadeurs. Dan heb je de bedrijven, die het hebben geprobeerd en waarbij het niet is gelukt. Verreweg de grootste groep wil wel, maar heeft wat hulp nodig. Je merkt bijvoorbeeld dat nog steeds onduidelijkheid bestaat over welke overheidsinstanties werkgevers nu waarbij kunnen helpen.”
Hoewel hij te spreken is over de Banenafspraak-prestaties tot zover, is Marcel er toch van overtuigd dat er kansen gemist worden. “Werkgevers zitten te springen om mensen. Zorg, energie, bouw, logistiek en onderwijs zijn maar een paar van de sectoren waar ze de komende jaren alleen maar mensen nodig hebben.” De krapte op de arbeidsmarkt zal nog wel een tijd aanhouden. “Zolang we er niet in slagen om grotere groepen mensen te betrekken bij de arbeidsmarkt, worden kansen gemist. Dat is zo zonde en dat kan anders. Dat vraagt iets van werkgevers en bemiddelaars, namelijk de bereidheid om echt breder te kijken naar kandidaten.
Maar ook van de overheid.”
Van de overheid verwacht hij namelijk een vereenvoudiging van de regelgeving en een verbreding van de groep waarvoor voorzieningen beschikbaar zijn. “We hebben op het gebied van de Banenafspraak al jaren te maken met belemmeringen in regelgeving, beleid en budget. Er ligt een breed offensief in de Tweede Kamer om het makkelijker te maken om mensen in dienst te nemen. Daar moeten we echt stappen in zetten, want de loonwaardemeting en de hele papierwinkel om inclusief werkgeven heen moeten veel eenvoudiger.”
Concreet pijnpunt is volgens hem de toegang tot de bestanden met werkzoekenden. “Werkgevers willen meer feeling met kandidaten. Het zou goed zijn als ze makkelijker in contact konden komen met werkzoekenden. En als ze dan kandidaten hebben gevonden, moeten we ook goed nadenken over het beleggen van het werkgeverschap. Dat hoeft niet altijd bij de werkgever zelf. Soms is het raadzaam om gebruik te maken van werkbrigades, detacheringsvehikels en sociaal ontwikkelbedrijven.
Alles om deze groep mensen aan het werk te krijgen, en te houden.”
Luister ook naar het podcastinterview met Marcel Hielkema.
(foto: Jacques Kok)